Tussen 2005 en 2020 is het aantal auto’s per huishouden in Nederland toegenomen met 8,9%. Nergens schaften huishoudens zo veel auto’s aan als in Drenthe. Per huishouden staan hier gemiddeld 1,17 auto’s op de oprit: 22,4% meer dan het landelijke gemiddelde. De grootste gemeentelijke uitschieter in Nederland is Staphorst met 53,3% meer auto’s per huishouden. Dit en meer blijkt uit onderzoek van Independer op basis van meest recente CBS-data.
In 2005 hadden Nederlandse huishoudens gemiddeld 0,88 auto’s. Vijftien jaar later was dit aantal toegenomen tot iets minder dan één auto per huishouden (0,96). Dit is een toename van 8,9%. Eelko van Dijk, verzekeringsexpert bij Independer zegt hierover: “De toename lijkt vooral te zitten in de aanschaf van een tweede auto bijvoorbeeld bij grotere gezinnen. Die tweede auto is buiten de randstad makkelijker te parkeren. Ook zijn de afstanden naar bijvoorbeeld supermarkten en winkelcentra daar vaak groter.”
Top 3 Drentse gemeenten
In alle Drentse gemeenten light het autobezit boven het landelijk gemiddelde. In Assen is dit met 0,99 auto’s per huishouden het laagst. In alle andere gemeenten ligt dit boven de 1. Uitschieters zijn De Wolden (1,39), Borger-Odoorn (1,34) en Aa en Hunze (1,31).
Ook in Zeeland en Friesland veel auto’s per huishouden
Naast Drentse, hebben ook Zeeuwse huishoudens bovengemiddeld veel auto’s op hun oprit staan. In Zeeland bezitten huishoudens gemiddeld 1,11 auto’s. Dit is 16,4 procent meer dan het landelijke gemiddelde. Ook in Friesland (+12,8%) is het aantal auto’s per huishouden relatief hoog. Van Dijk hierover: “In deze provincies kom je minder vaak in de file terecht en zijn de kosten van parkeren en de verzekering vaak lager. In een dorp als Staphorst kan de premie voor de autoverzekering makkelijk 20% lager zijn dan in Amsterdam.” Het vergelijken van autoverzekeringen bij verhuizing of verandering van woon-werk verkeer loont daarom.
De hoge aantallen in deze provincies zijn ook deels te verklaren door de relatief grote afstand die inwoners hier afleggen voor basisbehoeften. Zo moet men in Friesland dubbel zo ver rijden naar een grote supermarkt dan in Noord- en Zuid-Holland. In deze provincies ligt het autobezit dan ook veel lager (respectievelijk -16,8% en -11,4%).
50% meer auto’s in Staphorst
Op gemeentelijk niveau zijn er grote verschillen. In het Overijsselse Staphorst hebben huishoudens de meeste auto’s: gemiddeld 1,46. Dit is ruim de helft meer dan het landelijk gemiddelde (+53,3%). Dit hoge aantal is te verklaren door de relatief grote gezinnen. Bovendien reist men hier gemiddeld gezien ruim 2,5 keer verder naar een grote supermarkt dan landelijk gemiddeld.
Andere gemeentelijke uitschieters zijn het Noord-Brabantse Alphen-Chaam (+49,9%), Mill en Sint Hubert (+49,4%) en Sint Anthonis (+46,3%). In studentensteden hebben huishoudens -gemiddeld gezien- de minste auto’s. De drie plaatsen met relatief het laagste autobezit zijn Amsterdam (-54,2%), gevolgd door Delft (-44,5%), en Groningen (-42,5%).